Luchtwegaandoeningen komen het meest voor bij jonge dieren. Ze zijn gevoelliger voor luchtweginfecties ten opzichte van volwassen dieren.
Veel luchtwegproblemen kunnen ontstaan na stressvolle situaties, zoals het verplaatsen van dieren, maar ook het klimaat, temperatuurschommelingen, infectiedruk op stal door bijvoorbeeld overbezetting of nieuwe hokgenoten spelen een rol.
Vaak zijn er meerdere virussen en bacteriën betrokken bij het ontstaan van luchtweginfecties bij het kalf. In veel gevallen zijn het virussen die ervoor zorgen dat de weerstand daalt en de luchtwegen aangetast worden. Zij zetten als het ware de deur open voor de bacteriën die dan hun slag kunnen slaan.
De volgende virussen en bacteriën kunnen betrokken zijn bij BRD:
Virussen: | Bacteriën: |
BRSV (Bovine Respiratory Syncytial Virus) | Mannheimia haemolytica |
PI3V (Parainfluenza Virus 3) | Pasteurella multicida |
IBR (Infectious Bovine Rhinotracheitis) | Mycoplasma bovis |
BVD (Bovine Viral Diarrhoea Virus) | Mycoplasma spp. |
Coronavirus |
De symptomen variëren afhankelijk van de ernst en de locatie van de luchtweginfectie. Hoorbare symptomen zijn niezen, kuchen, hoesten, reutelen en benauwdheid. Zichtbare symptomen kunnen zijn neusuitvloeiing, rode oogslijmvliezen, ophoesten van slijm, versnelde ademhaling, maar ook pompende (buikslag) ademhaling. Daarnaast kan soms ook een abnormale houding worden waargenomen, zoals gestrekte hals, een lage kophouding en naar buiten gedraaide ellebogen. Luchtweginfecties kunnen pijnlijk zijn en gepaard gaan met koorts.
In het acute stadium van een luchtweginfectie, is de eetlust en herkauwactiviteit afgenomen. Door aantasting van longweefsel kunnen er ook op de lange termijn gevolgen zijn, zoals een verminderde groei van kalveren en jongvee en een lagere melkproductie bij koeien.
Het behandelen van luchtwegaandoeningen is vaak een combinatietherapie. Behandel altijd volgens bedrijfsbehandelplan en/of advies van de dierenarts. Om aantasting van het longweefsel te beperken en het herstel van het dier te bevorderen wordt sterk aangeraden om een pijnstiller/ontstekingsremmer te geven. Een behandeling met antibiotica is geïndiceerd als de verwekker van de luchtweginfectie een bacterie is. Daarnaast kan in gevallen waarbij een abnormale hoeveelheid dik slijm wordt gevormd, een slijmoplosser worden gegeven. Tevens kan er vocht toegediend worden als er sprake is van uitdroging. Virussen kunnen niet bestreden worden, maar als er een bacteriële infectie is kan een antibiotica behandeling ingezet worden.
Preventie is het grootste doel voor de bestrijding van schade door luchtwegproblemen. Het eerder genoemde verplaatsen van dieren en het bij elkaar brengen van groepen dieren van verschillende bedrijven is een risicofactor. Ook zaken als huisvesting, ventilatie en hygiëne zijn belangrijk om in het oog te houden in de preventie van luchtwegproblemen. Daarnaast is het mogelijk om te vaccineren tegen de belangrijkste ziekteverwekkers. Er zijn verschillende vaccins beschikbaar die bescherming bieden tegen verschillende virussen en bacteriën.