Zichtbare uierontsteking gaat gepaard met symptomen van ontsteking; pijn, zwelling, roodheid warm kwartier en soms koorts. De ernst van mastitis kan variëren van mild tot ernstig. Bij een milde vorm is alleen de melk afwijkend, er zitten vlokjes in de melk (graad 1). Bij middelmatige mastitis is er naast de afwijkende melk ook zwelling van het kwartier (graad 2). Bij ernstige mastitis is de koe algemeen ziek, vaak met koorts of juist een te lage temperatuur, de uier is ernstig gezwollen, rood, warm en pijnlijk (graad 3).
De subklinische vorm is een niet zichtbare uierontsteking, toch is er een verhoogd aantal witte bloedcellen in de melk aantoonbaar. Witte bloedcellen zijn betrokken bij de afweer en komen in grotere aantallen naar de uier als er een infectie met een kiem is.
Uierontsteking is pijnlijk en afhankelijk van de ernst kan de koe ook algemeen ziek zijn. Het heeft dus direct effect op het welzijn en de gezondheidstoestand van het dier. Naast de zichtbare symptomen van mastitis kan de koe ook een verminderde eetlust en herkauwactiviteit hebben. Vaak gaat het gepaard met een melkproductiedaling.
Mastitis wordt veroorzaakt door bacteriën, bijvoorbeeld Streptococcus agalactiae, E. coli, S. uberis, S. aureus, S. dysgalactiae, Klebsiella dysgalactiae en NAS (niet-aureus staphyloccen), ook wel CNS (coagulase negatieve staphylococcen) genoemd. De mastitisverwekkende bacteriën kunnen onderverdeeld worden in ‘koegebonden kiemen’ en ‘omgevingskiemen’. Besmetting met koegebonden kiemen vindt voornamelijk plaats door contact met melk van een besmette koe. Dit zal dus hoofdzakelijk plaatsvinden tijdens het melken waarbij het melkstel van de ene koe wordt gehangen onder de andere. Besmetting met een omgevingskiem gebeurt bijvoorbeeld in het ligbed van de koeien, zeker als de hygiëne te wensen overlaat.
Behandel altijd volgens bedrijfsbehandelplan en advies van de dierenarts. Geadviseerd wordt om bij uierontsteking een pijnstiller/ontstekingsremmer te geven, omdat het een pijnlijke aandoening is en de ontstekingsremmende werking het herstel van de koe en uier bevordert. Het nemen van een melkmonster is belangrijk om te weten welke mastitisverwekkers een rol spelen en om de gevoeligheid voor antibiotica te bepalen. Voor het instellen van een gerichte behandeling en het nemen van passende managemangmaatregelen.
Voor de behandeling met antibiotica zijn twee toedieningsvormen mogelijk, namelijk een uierinjector en een injectie preparaat. Bij ernstige gevallen, koeien met een verhoogd celgetal of een moeilijker te genezen kiem wordt een combinatie van beide geadviseerd.
De droogstand is ook een belangrijke periode als het gaat om uiergezondheid. Experts adviseren een teatsealer voor elke koe op elk bedrijf.