- Droge hoest
- Lichte koorts
- Verminderde voeropname
Co-factoren hebben een sterke invloed op de ernst van de ziekte.
Mycoplasma hyopneumoniae is een bacterie welke zich hecht aan het trilhaarepitheel in de luchtwegen en deze vernietigt. De kiem verspreidt zich normaliter langzaam door een koppel. De belangrijkste infectie bron is direct contact tussen spreidende en gevoelige dieren. Tegenwoordig vindt op het merendeel van de Nederlandse bedrijven de kiemverspreiding plaats in de vleesvarkenstal. Ook zorgen virale aandoeningen (PRRS, Influenza, Circo) ervoor dat M. hyo makkelijker kan aanslaan. Dit complex van luchtwegaandoeningen staat bekend als PRDC.
M.hyo veroorzaakt luchtweg klachten en maakt vaak onderdeel uit van Porcine Respiratory Disease Complex (PRDC), het complex aan kiemen die luchtwegproblemen veroorzaken. Vaak begint bij dit complex van hoest, eerst een virus als weg voorbereider. Als er wat mycoplasma zit, kan deze zich makkelijker verspreiden in het dier, en ook tussen dieren. Door aantasting van de eerstelijns defensie van de luchtwegen door M. hyo, kunnen andere ziekteverwekkers zich weer aandienen. We zien daarom vaak secundaire infecties (Actinobacillus pleuropneumoniae (APP), Pasteurella).
De kiem aantonen is tegenwoordig met onder andere de PCR-test een stuk gemakkelijker geworden. Voor de interpretatie is het ook van belang om te weten waar de monstername is geweest (longspoelsel, speekselmonster, aangetast long met histologie). Met behulp van antistoffen, bijvoorbeeld in het bloed, toon je niet direct de kiem aan, maar wel dat het dier ermee in contact is geweest. Het belang van een positieve uitslag moet in een breder kader worden bekeken. Hierbij is de aanleiding van het onderzoek erg belangrijk, gaat het bijvoorbeeld om een SPF-vraag, is het monitoren of is het naar aanleiding van specifieke klachten? Bijna altijd is er aanvullende informatie nodig om de rol van Mycoplasma in het geheel goed te bepalen. Deze informatie kan verkregen worden door het uitvoeren van een breed ingestoken onderzoek op meerdere kiemen, secties van representatieve dieren en eventueel een slachtlijnonderzoek.
De kiem is gevoelig voor bepaalde groepen van antibiotica. Echter, in verband met het chronisch karakter van deze kiem op het bedrijf is dit vaak een tijdelijke aanpak. Preventief kunnen dieren die risico lopen gevaccineerd worden. Het advies is te vaccineren voor de kiemverspreiding. Aangezien deze tegenwoordig in het merendeel van de Nederlandse bedrijven in de vleesvarkensstal plaatsvindt, is het advies om vanaf 3 weken leeftijd te vaccineren.
Hiernaast is het voor jonge biggen in de eerste of 2e levensweek heel belangrijk om ze zoveel mogelijk met rust te laten en dus het aantal ingrepen tot een minimum te beperken zodat ze een optimale start krijgen om te groeien. Ook is het zo dat, tot 10-12 weken leeftijd, met toenemende leeftijd de big steeds beter reageert op vaccinatie. Mocht uw bedrijf toch een vroege Mycoplasma infectie hebben, dan is het vooral belangrijk de zeugenstapel te stabiliseren, zodat de overdracht van (jonge) zeug naar big wordt voorkomen.
Indien (u vermoedt dat) Mycoplasma op uw bedrijf of het bedrijf van een klant een rol speelt, dan biedt Boehringer Ingelheim ondersteuning aan, o.a. bij diagnostisch onderzoek.
- Bent u dierenarts? Neem dan direct contact met ons op.
- Bent u veehouder? Neem dan contact op via uw eigen dierenarts.