Geplaatst op: 24 augustus 2023

De Amerikaanse deskundigen spraken op een symposium van National Hog Farmer en Boehringer Ingelheim. Daarbij lieten ze zien dat de virusziekte PRRS maar niet wil verdwijnen van de varkensbedrijven in Amerika. In 2009 was het aantal positieve bedrijven waar sprake is van een onstabiele situatie zo'n 20 procent en dat is de afgelopen jaren opgelopen naar 30 procent.

Het aantal bedrijven dat negatief is voor zowel het virus als antistoffen is juist gedaald van zo'n 40 naar 50 procent. De rest van de bedrijven zit hiertussenin. Het betekent dan ook dat een groot deel van de varkensbedrijven steeds opnieuw te maken heeft met uitbraken, met vruchtbaarheidsproblemen bij zeugen en longproblemen bij biggen en vleesvarkens tot gevolg. Dit brengt een schade met zich mee die ergens tussen de 4,30 en 12,60 euro per varken kan liggen. Per zeug kan de schaden meer dan 68 euro zijn.

Aanpak van het PRRS-virus is dan ook noodzakelijk. De deskundigen hanteren daarbij een classificatiesysteem met vier stadia. Stadium 1A betekent dat het bedrijf besmet is met het virus en de situatie onstabiel is. Bij stadium 1B is de situatie bij de zeugen al wel stabiel maar bij de biggen en vleesvarkens nog niet.

Bij stadium 2 is er geen veldvirus meer te vinden, maar nog wel antistoffen in het bloed. Bij stadium 3 zijn er geen veld- en vaccinvirus meer te vinden en is de uitslag voor de antistoffen nog wisselend. In stadium 4 is het bedrijf pas echt vrij: er worden geen virus en antistoffen meer gevonden.

Voor een fokbedrijf is het essentieel om in stadium 4 te zitten, vinden de deskundigen. Een vermeerderingsbedrijf moet minimaal naar stadium 2.

De keuze voor stabiliseren of helemaal vrij worden is de eerste maanden niet van belang, stabiliseren is altijd de eerste stap die een bedrijf moet nemen. Stabiliseren kan volgens Clayton volgens de bekende aanpak van load-close-homogenize. En dat is dus niet alleen nodig voor bedrijven die vrij willen worden, maar ook voor bedrijven die de PRRS-problemen willen voorkomen.

Load-close-homogenize wil zeggen zoveel mogelijk gelten aanvoeren. Dan het bedrijf sluiten, dus maandenlang geen gelten aanvoeren en de PRRS-status van alle dieren homogeniseren door ze te vaccineren met een levend vaccin. Alle dieren – dus naast de zeugen ook gelten, zoekberen, biggen en vleesvarkens – tegelijk vaccineren. Op die manier zitten alle dieren in eenzelfde cyclus en zijn er geen vatbare dieren tegelijk met dieren die ziektekiemen uitscheiden. Het vaccineren moet na drie maanden worden herhaald.

Het belangrijkste bij deze eerste stap is volgens Clayton geduld. Je moet wachten met het opnieuw aanvoeren van gelten tot de situatie stabiel is. Stabiel is daarbij een gevaarlijke term, vindt de directeur van Carhage Veterinary Services. Sommigen noemen het al stabiel als ze geen ziekteverschijnselen meer zien. Maar is 1 procent van de biggen nog besmet met het veldvirus, dan kun je toch nog problemen krijgen. Dus je mag volgens Clayton geen veldvirus meer vinden voordat je echt van een stabiele situatie kunt spreken.

Om succesvol te zijn in het wegkrijgen van het veldvirus, is het niet alleen nodig om tijdelijk geen dieren aan te voeren en een goed vaccinatieplan te hebben. Bijvoorbeeld een goed biestmanagement is ook essentieel. De biggen krijgen de eerste levensweken hun weerstand tegen PRRS alleen via de biest. Bij een goede biestvoorziening duurt die maternale bescherming tot een week of acht. Vanaf drie weken krijgen de biggen hun vaccinatie en kunnen ze beginnen met het opbouwen van hun eigen weerstand, wat een week of drie tot vier duurt.

Bij het verbeteren van de PRRS-druk op een varkensbedrijf is het volgens Linhares van groot belang om de situatie voortdurend te monitoren, zowel op de uiterlijke ziekteverschijnselen als door het aantonen van virus. 'Ga je PRRS aanpakken na een uitbraak, dan zie je als eerste dat het aandeel verwerpers omlaaggaat. Dat moet je binnen drie tot zes weken merken.'

Binnen twaalf tot zestien weken gaat het aandeel doodgeboren biggen en mummies omlaag en het duurt het langst voor het aantal gespeende biggen weer op peil is, stelt de professor. 'Dat duurt 16 tot 22 weken. Zie je deze verbeteringen niet optreden, dan moet je mogelijk het plan van aanpak aanpassen. Wacht daar niet mee.'

'Datzelfde geldt voor het monitoren van het virus. Vanaf twaalf tot zestien weken na het begin van de aanpak zal een eerste daling van het veldvirus zichtbaar moeten zijn', geeft Linhares aan. Clayton vult aan dat vanaf week 26 tot 30 van de aanpak er al een aantal rondes biggen helemaal vrij moeten zijn van het virus. Is dat niet het geval, dan is ingrijpen nodig. 'Loopt het wel goed, dan kunnen alle rondes biggen vanaf week 36 tot 40 na aanpak helemaal vrij zijn van het veldvirus', vervolgt Linhares.

Bedrijven die naar stadium 4 willen, dus helemaal PRRS-vrij willen zijn, zullen ook de antistoffen moeten monitoren. Het helemaal vrij worden van het veld- en vaccinvirus en de antistoffen duurt nog langer en vergt een intensieve monitoring. 'Dat is het moeilijke bij de PRRS-aanpak', meent Clayton. 'De eerste 90 procent lukt vrij snel, de laatste 10 procent is lastiger en vergt tijd en dus geduld.'

Het proces van stabilisatie is mogelijk wel enigszins te versnellen door in het begin de aanpak te ondersteunen met antibiotica. Bij PRRS kan het antibiotica tulatromycine ervoor zorgen dat de immuuncellen niet te zeer worden beschadigd door het virus en daarmee de afweer beter in stand houden.

Verder is het van belang te zorgen voor een goede weerstand van de varkensstapel. Zo lang nog sprake is van een onstabiele situatie op het bedrijf of bedrijven in de buurt, is vaccinatie tegen PRRS nodig. Dan is er een goede uitgangssituatie en kan het na een uitbraak weer sneller beter gaan.

Clayton: 'Maar er is geen wondermiddel om PRRS aan te pakken. Je moet het hebben van een combinatie van factoren. En de bioveiligheid op het bedrijf moet zeker ook worden aangepakt. Wat er precies nodig is verschilt per bedrijf, maak daarom altijd een bedrijfsspecifiek plan van aanpak.'