Vanaf de derde week na bevruchting is het immuunsysteem van de ongeboren biggen in staat om enkele afweercellen te maken. Kort voor de geboorte kan een big al wat antistoffen aanmaken tegen eventuele aanwezige ziektekiemen. Bij geboorte is het immuunsysteem van de big in basis vrijwel helemaal klaar voor gebruik, maar het systeem moet in de loop van een aantal weken nog worden ‘afgesteld en opgeschaald’.
Het immuunsysteem van de pasgeboren big is onvoldoende in staat om de grote hoeveelheid vreemde stoffen van buiten de baarmoeder te verwerken. Daarom is de opname van voldoende biest van levensbelang. Een deel van het pakket aan biestimmuniteit kan door een big alleen van de eigen moeder over de darmwand heen worden opgenomen. Daarom heeft het de sterke voorkeur om biggen biest van hun eigen moeder te laten drinken.
Naast biestimmuniteit is de opname van biest voor bijvoorbeeld de energie- en warmtevoorziening van de pasgeboren big van cruciaal belang!