Wat ik door de jaren heen regelmatig terug hoor is dat zeugenbedrijven die, wanneer ze gestopt zijn met de aanvoer van fokgelten, een aantal maanden achtereen veel beter draaien. Een goede verklaring hiervoor is naar mijn mening de stabiele gezonde zeugenstapel die niet wordt verstoord door instromende gelten. Hiermee is het belang van een goede quarantaine en adaptatie van fokgelten wat mij betreft voldoende aangetoond.

In Nederlandse zeugenbedrijven wordt circa 45% van de zeugenstapel op jaarbasis vervangen voor nieuwe dieren (AgroVision Kengetallenspiegel 2017-2018). Dat kan veel hoger zijn, zoals bij bedrijfsuitbreidingen. Om de gezondheid van de zeugen op een bedrijf stabiel te houden is het zaak om de risico’s op infectie door nieuw aangevoerde dieren te minimaliseren. Een goede quarantaine en adaptatie (Q&A) is een resultante van isolatie en tijd:

  • Isolatie (waaronder strikt All-in All-out) is nodig om te voorkomen dat gelten kort voor verplaatsen naar de dekstal nog infecties oplopen en die vervolgens bij de zeugen uitscheiden1.
  • Tijd is nodig om de gelten uit te laten zieken (afkoelen) en immuniteit op te bouwen.

Daarnaast kan Q&A gebruikt worden om de gelten te wennen aan de huisvestings- en voersystemen, aan de dierverzorgers en om de berigheid van de gelten te synchroniseren.

swine Gouden Regel 10 672x526.jpg

Uit de Boehringer COMBAT-analyse van 59 Nederlandse zeugenbedrijven2 blijkt dat 56% de fokgelten extern aankoopt en dat 34% de gelten op de zeugenlocatie zelf opfokt. Alhoewel tussen de beide systemen een verschil is in infectierisico’s geldt voor allebei dat de gelten en de zeugen kunnen verschillen in gezondheid en immuniteit. Met risico’s voor de stabiliteit van de zeugenpopulatie. Op 42% van de bedrijven is er een Q&A-periode variërend van 5-6 weken. Op 35% van de bedrijven is dat 4 weken of minder waarvan bij driekwart van de bedrijven de gelten direct vanuit de geltenstal bij de zeugen komen. De meeste bedrijven die gelten aankopen doen dat elke 6 tot 8 weken. Bij eigen aanfok is de tussentijd waarmee gelten worden toegevoegd korter. Hoe vaker er wordt aangevoerd/ toegevoegd, hoe groter de risico’s op een meegebrachte infectie.

Om het ingewikkelder te maken zijn zowel de immuniteit tegen als de uitscheiding van ziektekiemen van veel factoren afhankelijk, niet in de minste plaats van de ziektekiem zelf. In de rest van dit artikel wordt PRRS als leidraad genomen, er vanuit gaande dat genomen maatregelen tegen PRRS ook effectief zijn tegen veel andere ziektekiemen. Afhankelijk van de gewenste doelen kan de Q&A per bedrijf worden ingericht. Voor PRRS SPF bedrijven gelden logischerwijs andere doelen dan voor bedrijven die PRRS positief zijn. Rekening houdend met de potentiële duur van PRRS-uitscheiding na een infectie en de mogelijkheden voor immuniteitsopbouw kun je bedenken hoe de Q&A in te richten.

Voor de meeste zeugenbedrijven in Nederland zou een Q&A van 12 weken1; 3; 4 een hele goede oplossing zijn. Daarvoor is wat ruimte nodig. Grofweg zijn er twee mogelijkheden1:

  • Een enkele stal (afdeling) wordt gevuld met gelten van 11 tot 22 weken lft. Na een isolatieperiode van 12 weken gaan alle gelten naar de zeugenstal en van daaruit worden de gelten aangedekt. Na reinigen en desinfectie kan er een nieuwe koppel gelten van 11 tot 22 weken lft worden opgelegd.
  • Een dubbel compartiment (stallen, afdelingen) waarbij in compartiment 1 de gelten liggen van 23 tot 34 weken lft die daar 12 weken geleden in zijn opgelegd, compartiment 2 wordt gevuld met gelten van 11 tot 22 weken lft. Na de isolatieperiode van 12 weken worden wekelijks dekrijpe gelten verplaatst naar de dekstal en na 11 weken is het compartiment leeg. Daarna kan er aangedekt worden vanuit het volgende compartiment en wordt het lege compartiment, na reinigen en desinfectie, weer gevuld met gelten van 11 tot 22 weken lft.

Wat er nodig of gewenst is aan vaccinaties tijdens Q&A is erg bedrijfsspecifiek. In dit artikel beperken we ons tot aandachtspunten voor PRRS-vaccinatie. PRRS-vaccinatie met verzwakte levende vaccins (PRRS MLVs) verminderen de uitscheiding van PRRS-virus (diverse bijsluiters5) en verlagen het risico op PRRS-infecties. Het verdient op PRRS-positieve zeugenbedrijven de aanbeveling om de gelten voor aandekken minimaal 2 keer PRRS MLV (bv ReproCyc PRRS EU) te vaccineren: een PRRS MLV vaccinatie direct bij binnenkomst in Q&A zorgt voor een homogene immuniteit binnen de groep gelten, die wordt nog beter bij een herhalingsvaccinatie 3 tot 4 weken daarna. Daar is PRRS-virus niet blij mee! Vervolgens aandacht voor de overgang naar het vaccinatieschema van de zeugen; het interval tussen de PRRS MLV vaccinaties is bij voorkeur niet meer dan 13 weken, eventueel maximaal 17 weken. Het PRRS MLV vaccinatieschema zou kunnen zijn: direct bij start Q&A-periode, een boostervaccinatie 4 weken later en vervolgens tegelijk met de zeugen voor de voet 4 keer per jaar.

Als de gelten worden teruggesmet vanuit de zeugen (speekseltouwen, mest), doe dit dan herhaaldelijk (bv 3x) om de kans van infectie te verhogen. Geef daarna 6 weken tijd om ‘af te koelen’6.

‘Hot gilts’ is een term die wel wordt gebruikt voor gelten die PRRS-virus of andere ziektekiemen bij zich dragen en een risico vormen voor de infectie van andere dieren. Daarvan is een redelijke inschatting te maken door middel van bijvoorbeeld bloedonderzoek. Dit is het beste te overleggen met de eigen dierenarts.

Tot zover het ideale plaatje. Als er minder tijd of minder ruimte is voor Q&A streef dan in ieder geval naar de isolatie van een groep fokgelten. En laat de dieren zo lang mogelijk afkoelen voordat er dieren verplaatst worden naar de zeugen.

Bronnen:

  1. RATHKJEN, P. H. & DALL, J. (2017) Control and eradication of porcine reproductive and respiratory syndrome virus type 2 using a modified-live type 2 vaccine in combination with a load, close, homogenise model: an area elimination study. Acta Veterinaria Scandinavica 59, 4-4
  2. STEENAERT (2019) COMBAT analysis. 06.11.2019 edn. not published
  3. RATHKJEN, P. H. (2017) Gilt management. Boehringer Ingelheim PRRS EU Workshop presentation edn
  4. KRISTENSEN, C. S. L., B. (2019) PRRS Manual Version 8. Ed SEGES-Svineproduktion
  5. EMA (2019) European Medicines Agency. https://www.ema.europa.eu/en/search/search/ema_editorial_content/ema_news/field_ema_web_categories%253Aname_field/Veterinary?sort=field_ema_computed_date_field&order=desc. Accessed
  6. MARTENS, M. (2017) Gelten-opfok en adaptatie. Ed Martens, Topigs Norsvin

Tekst: Martijn Steenaert, Varkensdierenarts bij Boehringer Ingelheim